Het vak is veranderd en de POH-ggz verandert mee
Toen de eerste lichting POH-ggz’ers van start ging, was het vak wat overzichtelijker. ‘Vroeger was je vooral bezig met mensen kortdurend begeleiden. Nu doe je veel meer,’ zegt Priska. ‘De problematiek is ingewikkelder geworden. Je hebt mensen met ernstige psychische klachten die wachten op de ggz, ouderen met dementie die thuis blijven wonen, jongeren met restklachten na corona.’
Volgens Priska vraagt dat om een bredere aanpak. ‘Je werkt samen met de huisarts, de assistente, het sociaal domein. Je zit in overleggen, denkt mee over casussen. Dat is een goede ontwikkeling, maar het is veel.’
De grootste uitdaging: wat is nog huisartsenzorg?
De mensen die bij de POH-ggz komen, zijn ook veranderd. ‘Er zijn meer jongeren. Veel tussen de 18 en 25 jaar. Dat aantal is echt toegenomen sinds corona,’ vertelt Priska. ‘En er is meer aandacht voor diagnoses zoals ADHD en autisme. Mensen vragen zich af: is dat misschien de reden dat ik vastloop?’
Een van de moeilijkste vragen in het werk is volgens Priska: wat hoort bij de huisarts en wat niet? ‘Soms nemen POH-ggz’ers te veel op hun schouders. De POH-ggz is er niet om de wachttijd op te vangen. Maar jij ziet die mensen wél. Dat is heel ingewikkeld.’
Daarom is samenwerking belangrijker dan ooit. ‘POH-ggz’ers hoeven het niet alleen te doen,’ zegt Priska. ‘Ken je samenwerkingspartners in de wijk. De maatschappelijk werker, geestelijke verzorging, Wmo, fysiotherapie. Maar dat kost tijd – en die tijd is niet altijd directe patiëntenzorg.’
De samenwerking verandert
De relatie met de huisarts is essentieel. ‘Word je als POH-ggz beschermd door de huisarts of moet je het zelf uitzoeken? Dat maakt uit,’ vertelt Priska. ‘Veel huisartsen voelen zich overbelast. Dan is de neiging groot om alle ggz-zorg bij de POH-ggz neer te leggen. Daar maak ik me zorgen over.
Dus huisartsen, wees lief voor je POH-ggz, zodat ze blijft.’ Toch ziet ze ook dat de functie enorm gewaardeerd wordt. ‘Zowel door patiënten als door huisartsen. De ggz waardeert het ook. En het is mooi dat je als POH-ggz samen met de huisarts een team vormt.’
De opleiding groeit mee
De opleiding tot POH-ggz bij RINO Zuid bestaat dit jaar 10 jaar en beweegt mee met de veranderingen in het vak. ‘Er is meer aandacht voor samenwerking en zelfzorg. Hoe zorg je dat je niet wakker ligt van iets dat je alleen moet dragen?’ zegt Priska. ‘We leren je hoe je je grenzen aangeeft, hoe je samenwerkt, en hoe je het netwerk in de wijk gebruikt.’ Ook nieuwe ontwikkelingen krijgen aandacht. ‘We kijken naar e-health, cultuursensitief werken, en naar meer samenwerkingsvaardigheden. We houden het curriculum actueel, zonder te vaak te veel om te gooien.’
Wat de opleiding volgens haar uniek maakt? ‘Het is meteen toepasbaar. Je leert iets op maandag en gebruikt het op dinsdag. We leiden breed op: alle leeftijden, alle thema’s. En we doen het in een groep. Je leert van elkaar. En dat is goud waard.’
Klaar voor de toekomst
Priska kijkt ook vooruit. ‘De vraag in onze branche blijft: moet de POH-ggz een beroep worden? Of blijft het een functie binnen de huisartsenzorg? Ik ben voor dat laatste. De kracht zit juist in de samenwerking en toegankelijkheid van de zorg.’ Ze verwacht dat blended care steeds meer de norm wordt. ‘En ik ben benieuwd wat AI gaat doen in de ggz en in de huisartsenzorg.’
Wat ze vooral hoopt? ‘Dat we mensen enthousiast houden voor dit vak. Dat we na elke afgestudeerde opleidingsgroep blijven vieren dat er weer nieuwe collega’s bij zijn. En dat we samen blijven leren, ook ná de opleiding.’
