Pieter de Roij ging tijdens zijn studententijd al werken als verpleeghulp en maakte daar voor het eerst kennis met mensen met forse psychiatrische ziektebeelden. ‘In die tijd werkte ik gewoon vanuit mijn boerenverstand, niet met een medische bril’. Vanaf die tijd is hij altijd enthousiast geweest om op een menselijke manier te werken met mensen die minder goed in hun vel zitten of ziek zijn. Pieter is psychotherapeut en klinisch psycholoog. Heeft een eigen praktijk, werkte bij PEC in Eindhoven, bij de Viersprong in Den Bosch en werkt sinds een jaar bij GGZ Breburg in Breda.

Wat houdt de module in?
De module Rogers revisited, persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie is een basiscursus, maar is ook een soort ‘afstofcursus’ voor mensen die al langer werken in de persoonsgerichte psychotherapie. Pieter: ‘Ik wil deelnemers leren meer te vertrouwen op hun eigen binnenwereld en leren gebruikmaken van hun gezonde verstand en gevoelens in het contact maken met en in beweging brengen van de client. Maar ook om zich te verplaatsen in de ander. Dan zul je misschien denken: dat doe je toch bij elke behandeling? Dat klopt enerzijds, maar anderzijds zie ik de laatste jaren therapieën steeds technischer worden. Jonge therapeuten leren allerlei technieken en modellen, die ook zeker gebruikt moeten worden. Maar ik zie ook gebeuren dat therapeuten zich verbergen achter een model.’

Rogers als inspiratiebron
Op de vraag of Rogers een inspiratiebron is voor Pieter, antwoord hij volmondig: ‘Ja! Rogers was in zijn tijd revolutionair. Hij ging veel minder uit van een medisch model waarbij je bij symptomen van bijvoorbeeld een depressie, enkel de depressie gaat behandelen. Rogers zei: er is een mens met depressieve gevoelens, die ga je bespreken. Je gaat samen op zoek naar hoe die persoon zich kan ontwikkelen, zijn of haar eigen problemen kan oplossen. Er komen twee mensen met elkaar in contact, de een is toevallig hulpverlener en de ander toevallig cliënt.’

‘Daarnaast vind ik Rogers iemand die dicht bij zichzelf is gebleven, maar ook allerlei worstelingen heeft doorgemaakt. Tot aan het einde van zijn carrière stond hij heel erg open voor anderen. Dat vind ik heel inspirerend.’

Aanbieden van de grondhouding
Rogers stelde dat als je blijft werken aan de grondhouding dat voldoende is om een veranderingsproces op gang te brengen. Deze grondhouding moet aan drie voorwaarden voldoen: echtheid, respect voor de belevingswereld van de ander en empathie. Later is presentie erbij gekomen: hoe kun je als therapeut present zijn in je relatie met de cliënt en een sfeer van mogelijkheden creëren?

In de module maak je kennis met de Rogeriaanse grondhouding, door de therapeutische houding zelf aan den lijve te ervaren. Daarnaast ligt het accent op de ervaring (vanuit de experiëntiële psychotherapie), de interactie (vanuit de interactionele psychotherapie) en de existentie (vanuit de existentiële psychotherapie). Je leert gebruik te maken van je eigen reactie op de cliënt en daar ook transparant over te zijn. Doe je dit niet, dan kan de client zich begrepen, niet afgewezen voelen. Dat is heel fijn, maar niet therapeutisch en leidt niet tot verandering in bijvoorbeeld hoe de cliënt om kan gaan met zijn/haar partner of vrienden.

Naast de grondhouding van Rogers is lichaamsgericht werken volgens Pesso ook een belangrijke inspiratiebron. ‘Ik sluit graag aan bij de mogelijkheden en energie van cliënt. Vaak is men de energie even kwijt, maar die zit er wel. Ik vind het interessant om te kijken hoe we die weer aan kunnen boren en op zoek te gaan naar de eigen vitaliteit en veerkracht.’

Lastig zonder cognitieve houvast
‘Deze training gaf ik eerder binnen de GZ-opleiding. Ik merk dan in het begin dat de deelnemers het lastig vinden om geen cognitieve houvast te krijgen. Ze vinden het lastig om een gesprek te laten ontstaan. Om vervolgens terug te horen dat men het nou juist heel ontspannen vindt om een gesprek te laten ontstaan. Als je al heel lang met een model werkt, kun je een model overstijgen. Het is dan een landkaart, maar niet de wandeling. Dan wordt het een hulpmiddel, dat is prima. Maar als een model gebruikt wordt als een heilig protocol, de weg die we moeten bewandelen, dan is dat jammer.’

‘Uiteindelijk vinden de deelnemers het leuk om te gaan experimenteren met rollenspellen en te spelen met het cliëntcontact. En om te zien hoe de ander in beweging komt, hoe eenvoudig het kan zijn om je te verplaatsen in een ander. Maar daar moet je wel wat voor doen!’

Meer weten over deze module?
Kijk dan hier.